maandag 19 januari 2009

Evaluatieverslag

Relevantie van het onderwijsaanbod
De aangeboden theorie tijdens de colleges heb ik als erg positief en bruikbaar ervaren.
Ik heb normaal gesproken vrij veel moeite om de lange teksten goed in me op te nemen. De colleges helpen me daarom goed bij het verduidelijken van de theorie. Ik heb mezelf er helaas nog te weinig toe kunnen zetten om éérst de theorie te lezen en dus met enige voorkennis het college in te stappen. Zie hier: de eerste doelstelling voor het volgende IF project!

Toepasbaarheid van ontwikkelde vaardigheden
Dit project bood voor alle disciplines goede kansen om de didactische vaardigheden in praktijk te brengen. Je had, met je sub-groep, alle vrijheid om je ontwikkelde vaardigheden naar eigen inzicht toe te passen en verder te ontwikkelen. In feite staat in de interfaculteit het interdisciplinaire karakter vooral centraal, waardoor er volgens mij ongemerkt minder aandacht uitgaat naar de didactische vaardigheden. Zoals ik al zei kan je dit natuurlijk naar eigen wens invullen. Ik denk dat ik hier zelf in geslaagd ben (zie reflectieverslag).

Overdracht tijdens bijeenkomsten/lessen
Zoals ik eerder al aangaf heb ik de aangeboden theorie tijdens de colleges als er positief en bruikbaar ervaren. Daarnaast zijn de bijeenkomsten met de coach natuurlijk van groot belang. Persoonlijk hecht ik veel waarde aan kleinschalige en individuele begeleiding. Ik kan de begeleiding van de coach niet objectief beoordelen, omdat Gill in de eerste interfaculteit ook m'n coach was. Maar dit heb ik absoluut niet als negatief ervaren. Gill biedt me de ruimte om vrij te denken en te werken en stimuleert ook daadwerkelijk het werken 'out of the box'.

Er was in de eerste weken van het project bij veel studenten onduidelijkheid en kritiek over de samenhang van de verschillende opdrachten en begeleidingsmomenten. Ik ben het niet helemaal eens met die kritiek. Het feit dat de contacturen van de coaches/begeleiders onderling sterk verminderd was, merkte je wel in de communicatie naar ons, maar buiten dat zag ik wel een samenhang tussen verschillende opdrachten. Deze samenhang vind je ook terug in onze uiteindelijke cultuurroute. (zie reflectieverslag)

Werksfeer
De samenstelling van de klas en subgroep is sterk bepalend voor de werksfeer. Je bent immers afhankelijk van de motivatie en persoonlijkheden van je groepsgenoten. Binnen de subgroep ging het heel goed. We waren goed op elkaar ingespeeld en konden op elkaar rekenen. Ik kan zelfs geen voorbeeld bedenken waarin we het niet eens konden worden.

Dat Myrthe de interfaculteit niet af heeft kunnen maken vind ik erg jammer. Volkomen begrijpelijk en verstandig natuurlijk, maar daardoor hebben we wel wat steken moeten laten vallen. Zo hebben we niet alle disciplines kunnen integreren in het project, omdat dat simpelweg te veel tijd en moeite kostte om dat zinvol te doen. Uiteindelijk ben ik wel degelijk tevreden over het resultaat, we hebben het met z'n drieeën goed opgelost.


Organisatie
Zoals ik al aangaf was het jammer dat er veel onduidelijkheden waren over de samenhang van de verschillende producten binnen het project. Hieruit blijkt hoe belangrijk communicatie binnen de organisatie is. Daarnaast heb ik me wel geërgerd aan de rommelige (of eigenlijk ontbreken van structuur) in de eerste colleges cultuurgeschiedenis. Door ziekte of afwezigheid van docenten werden de eerste colleges in een te grote groep gegeven. Dit was onrustig en kwam naar mijn mening niet ten goede aan de stof.

Geen opmerkingen:

Pitch Cultuurroute