Tijdens het college hebben we een fragment uit de Nederlandse speelfilm:
'Scheepsjongens van Bontekoe' laten zien:
http://www.descheepsjongensvanbontekoe.nl/pagina/de_film
bron: http://www.descheepsjongensvanbontekoe.nl
dinsdag 20 januari 2009
maandag 19 januari 2009
Cultuurroute
Hoofdgedachte
De 17e eeuwse burgercultuur moet voor de doelgroep in het heden tot de verbeelding spreken.
Uitvoering
Dit geven we letterlijk vorm door verschillende fragmenten op een decor af te beelden. Vervolgens gaan de studenten hier mee aan de slag door eigen elementen toe te voegen aan het decor. Op deze manier zijn ze genoodzaakt verbanden te leggen tussen de elementen die al afgebeeld waren (denk bijv. aan V.O.C-schip en een anwb-paal) en hun eigen inbreng.
Dezelfde vertaalslag maken we ook in de andere disciplines (drama en muziek).
Zo nemen we een originele 17e eeuwse theatertekst, welke de leerlingen moeten vertalen naar eigen inzicht. We beseffen dat dit bijna onmogelijk is, maar juist door de leerlingen 'voor het blok' te zetten ontstaan er fraaie, eigentijdse vertalingen. We bieden ze namelijk de vrijheid om tussen de regels door te lezen, en moderne (eigen) verwoordingen en ideeën te combineren met originele fragmenten die ze wél kunnen ontcijferen. Alles mag, zolang ze de 17e eeuwse burgercultuur maar in het achterhoofd houden.
De eigentijds vertaalde stukken worden vervolgens improviserend en dus real-life voor (en met) elkaar opgevoerd. In deze opvoering word gebruikt gemaakt van muziek uit die tijd om het verhaal te versterken. Een variatie hierop is ook mogelijk; waarbij de studenten de plaats van de (opera-)zangeres innemen. En natuurlijk wederom met vrij vertaalde tekst.
Ter indicatie: De uiteindelijke uitvoering mag maximaal een kwartier duren.
De 17e eeuwse burgercultuur moet voor de doelgroep in het heden tot de verbeelding spreken.
Uitvoering
Dit geven we letterlijk vorm door verschillende fragmenten op een decor af te beelden. Vervolgens gaan de studenten hier mee aan de slag door eigen elementen toe te voegen aan het decor. Op deze manier zijn ze genoodzaakt verbanden te leggen tussen de elementen die al afgebeeld waren (denk bijv. aan V.O.C-schip en een anwb-paal) en hun eigen inbreng.
Dezelfde vertaalslag maken we ook in de andere disciplines (drama en muziek).
Zo nemen we een originele 17e eeuwse theatertekst, welke de leerlingen moeten vertalen naar eigen inzicht. We beseffen dat dit bijna onmogelijk is, maar juist door de leerlingen 'voor het blok' te zetten ontstaan er fraaie, eigentijdse vertalingen. We bieden ze namelijk de vrijheid om tussen de regels door te lezen, en moderne (eigen) verwoordingen en ideeën te combineren met originele fragmenten die ze wél kunnen ontcijferen. Alles mag, zolang ze de 17e eeuwse burgercultuur maar in het achterhoofd houden.
De eigentijds vertaalde stukken worden vervolgens improviserend en dus real-life voor (en met) elkaar opgevoerd. In deze opvoering word gebruikt gemaakt van muziek uit die tijd om het verhaal te versterken. Een variatie hierop is ook mogelijk; waarbij de studenten de plaats van de (opera-)zangeres innemen. En natuurlijk wederom met vrij vertaalde tekst.
Ter indicatie: De uiteindelijke uitvoering mag maximaal een kwartier duren.
Cultuurkaart
De Cultuurkaart geeft informatie over de culturele activiteiten binnen Zwolle.
Er staan activiteiten op voor theater, muziek en beeldend.
De leerlingen krijgen tijdens de cultuurroute veel input over de zeventiende eeuw en maken daar een interdisciplinaire presentatie (theater scéne) over. Om het de leerlingen ook in 'het echt' te laten beleven kunnen ze deze Cultuurkaart raadplegen.
Nadat de leerlingen de opdracht hebben uitgevoerd krijgen zij deze kaart mee.
Er staan activiteiten op voor theater, muziek en beeldend.
De leerlingen krijgen tijdens de cultuurroute veel input over de zeventiende eeuw en maken daar een interdisciplinaire presentatie (theater scéne) over. Om het de leerlingen ook in 'het echt' te laten beleven kunnen ze deze Cultuurkaart raadplegen.
Nadat de leerlingen de opdracht hebben uitgevoerd krijgen zij deze kaart mee.
Speciaalstudie
De gekozen invalshoek van de speciaalstudie is kunst en vermaak in de burgercultuur.
We hebben voor deze invalshoek gekozen omdat deze goed aansluit bij onze doelgroep: MBO artiestopleiding.
Om alle disciplines goed uit te diepen hebben we de taken verdeeld per discipline.
- muziek: Nienke
- beeldend: Mark
- drama: Jorrit
We hebben geprobeerd om zo veel mogelijk informatie te vinden van de burgercultuur in de omgeving van Zwolle, maar dit bleek helaas niet haalbaar. Daarom hebben we ons blikveld verbreed tot de toenmalige 'Republiek Der Zeven Verenigde Nederlanden'
Elke discipline beschrijft in grote lijnen de periode met daarnaast een toegespitst onderdeel op kunst en vermaak; komedie.
Mijn (beeldende) deel heb ik toegespitst op de geschiedenis van de 'spotprent'
We hebben voor deze invalshoek gekozen omdat deze goed aansluit bij onze doelgroep: MBO artiestopleiding.
Om alle disciplines goed uit te diepen hebben we de taken verdeeld per discipline.
- muziek: Nienke
- beeldend: Mark
- drama: Jorrit
We hebben geprobeerd om zo veel mogelijk informatie te vinden van de burgercultuur in de omgeving van Zwolle, maar dit bleek helaas niet haalbaar. Daarom hebben we ons blikveld verbreed tot de toenmalige 'Republiek Der Zeven Verenigde Nederlanden'
Elke discipline beschrijft in grote lijnen de periode met daarnaast een toegespitst onderdeel op kunst en vermaak; komedie.
Mijn (beeldende) deel heb ik toegespitst op de geschiedenis van de 'spotprent'
(om technische redenen is het helaas niet mogelijk om dit PDF bestand toe te voegen aan het dossier; de volledige speciaalstudie is reeds ingeleverd bij Jeanine)
De Pitch
'De Pitch' is bedoeld om onze doelgroep (MBO Artiestopleiding - Musical) een indruk te geven van de cultuurroute die we met ze gaan doen... óf juist niet?
Wij hebben ervoor gekozen om juist het tegenovergestelde te doen:
Wat we allemaal niet gaan doen.
- we gaan niet in stoffige boeken lezen
- we gaan niet door de regen lopen
- we gaan niet naar gebouwen kijken
- etc, etc...
En... het resultaat mag er wezen!!
Evaluatieverslag
Relevantie van het onderwijsaanbod
De aangeboden theorie tijdens de colleges heb ik als erg positief en bruikbaar ervaren.
Ik heb normaal gesproken vrij veel moeite om de lange teksten goed in me op te nemen. De colleges helpen me daarom goed bij het verduidelijken van de theorie. Ik heb mezelf er helaas nog te weinig toe kunnen zetten om éérst de theorie te lezen en dus met enige voorkennis het college in te stappen. Zie hier: de eerste doelstelling voor het volgende IF project!
Toepasbaarheid van ontwikkelde vaardigheden
Dit project bood voor alle disciplines goede kansen om de didactische vaardigheden in praktijk te brengen. Je had, met je sub-groep, alle vrijheid om je ontwikkelde vaardigheden naar eigen inzicht toe te passen en verder te ontwikkelen. In feite staat in de interfaculteit het interdisciplinaire karakter vooral centraal, waardoor er volgens mij ongemerkt minder aandacht uitgaat naar de didactische vaardigheden. Zoals ik al zei kan je dit natuurlijk naar eigen wens invullen. Ik denk dat ik hier zelf in geslaagd ben (zie reflectieverslag).
Overdracht tijdens bijeenkomsten/lessen
Zoals ik eerder al aangaf heb ik de aangeboden theorie tijdens de colleges als er positief en bruikbaar ervaren. Daarnaast zijn de bijeenkomsten met de coach natuurlijk van groot belang. Persoonlijk hecht ik veel waarde aan kleinschalige en individuele begeleiding. Ik kan de begeleiding van de coach niet objectief beoordelen, omdat Gill in de eerste interfaculteit ook m'n coach was. Maar dit heb ik absoluut niet als negatief ervaren. Gill biedt me de ruimte om vrij te denken en te werken en stimuleert ook daadwerkelijk het werken 'out of the box'.
Er was in de eerste weken van het project bij veel studenten onduidelijkheid en kritiek over de samenhang van de verschillende opdrachten en begeleidingsmomenten. Ik ben het niet helemaal eens met die kritiek. Het feit dat de contacturen van de coaches/begeleiders onderling sterk verminderd was, merkte je wel in de communicatie naar ons, maar buiten dat zag ik wel een samenhang tussen verschillende opdrachten. Deze samenhang vind je ook terug in onze uiteindelijke cultuurroute. (zie reflectieverslag)
Werksfeer
De samenstelling van de klas en subgroep is sterk bepalend voor de werksfeer. Je bent immers afhankelijk van de motivatie en persoonlijkheden van je groepsgenoten. Binnen de subgroep ging het heel goed. We waren goed op elkaar ingespeeld en konden op elkaar rekenen. Ik kan zelfs geen voorbeeld bedenken waarin we het niet eens konden worden.
Dat Myrthe de interfaculteit niet af heeft kunnen maken vind ik erg jammer. Volkomen begrijpelijk en verstandig natuurlijk, maar daardoor hebben we wel wat steken moeten laten vallen. Zo hebben we niet alle disciplines kunnen integreren in het project, omdat dat simpelweg te veel tijd en moeite kostte om dat zinvol te doen. Uiteindelijk ben ik wel degelijk tevreden over het resultaat, we hebben het met z'n drieeën goed opgelost.
Organisatie
Zoals ik al aangaf was het jammer dat er veel onduidelijkheden waren over de samenhang van de verschillende producten binnen het project. Hieruit blijkt hoe belangrijk communicatie binnen de organisatie is. Daarnaast heb ik me wel geërgerd aan de rommelige (of eigenlijk ontbreken van structuur) in de eerste colleges cultuurgeschiedenis. Door ziekte of afwezigheid van docenten werden de eerste colleges in een te grote groep gegeven. Dit was onrustig en kwam naar mijn mening niet ten goede aan de stof.
De aangeboden theorie tijdens de colleges heb ik als erg positief en bruikbaar ervaren.
Ik heb normaal gesproken vrij veel moeite om de lange teksten goed in me op te nemen. De colleges helpen me daarom goed bij het verduidelijken van de theorie. Ik heb mezelf er helaas nog te weinig toe kunnen zetten om éérst de theorie te lezen en dus met enige voorkennis het college in te stappen. Zie hier: de eerste doelstelling voor het volgende IF project!
Toepasbaarheid van ontwikkelde vaardigheden
Dit project bood voor alle disciplines goede kansen om de didactische vaardigheden in praktijk te brengen. Je had, met je sub-groep, alle vrijheid om je ontwikkelde vaardigheden naar eigen inzicht toe te passen en verder te ontwikkelen. In feite staat in de interfaculteit het interdisciplinaire karakter vooral centraal, waardoor er volgens mij ongemerkt minder aandacht uitgaat naar de didactische vaardigheden. Zoals ik al zei kan je dit natuurlijk naar eigen wens invullen. Ik denk dat ik hier zelf in geslaagd ben (zie reflectieverslag).
Overdracht tijdens bijeenkomsten/lessen
Zoals ik eerder al aangaf heb ik de aangeboden theorie tijdens de colleges als er positief en bruikbaar ervaren. Daarnaast zijn de bijeenkomsten met de coach natuurlijk van groot belang. Persoonlijk hecht ik veel waarde aan kleinschalige en individuele begeleiding. Ik kan de begeleiding van de coach niet objectief beoordelen, omdat Gill in de eerste interfaculteit ook m'n coach was. Maar dit heb ik absoluut niet als negatief ervaren. Gill biedt me de ruimte om vrij te denken en te werken en stimuleert ook daadwerkelijk het werken 'out of the box'.
Er was in de eerste weken van het project bij veel studenten onduidelijkheid en kritiek over de samenhang van de verschillende opdrachten en begeleidingsmomenten. Ik ben het niet helemaal eens met die kritiek. Het feit dat de contacturen van de coaches/begeleiders onderling sterk verminderd was, merkte je wel in de communicatie naar ons, maar buiten dat zag ik wel een samenhang tussen verschillende opdrachten. Deze samenhang vind je ook terug in onze uiteindelijke cultuurroute. (zie reflectieverslag)
Werksfeer
De samenstelling van de klas en subgroep is sterk bepalend voor de werksfeer. Je bent immers afhankelijk van de motivatie en persoonlijkheden van je groepsgenoten. Binnen de subgroep ging het heel goed. We waren goed op elkaar ingespeeld en konden op elkaar rekenen. Ik kan zelfs geen voorbeeld bedenken waarin we het niet eens konden worden.
Dat Myrthe de interfaculteit niet af heeft kunnen maken vind ik erg jammer. Volkomen begrijpelijk en verstandig natuurlijk, maar daardoor hebben we wel wat steken moeten laten vallen. Zo hebben we niet alle disciplines kunnen integreren in het project, omdat dat simpelweg te veel tijd en moeite kostte om dat zinvol te doen. Uiteindelijk ben ik wel degelijk tevreden over het resultaat, we hebben het met z'n drieeën goed opgelost.
Organisatie
Zoals ik al aangaf was het jammer dat er veel onduidelijkheden waren over de samenhang van de verschillende producten binnen het project. Hieruit blijkt hoe belangrijk communicatie binnen de organisatie is. Daarnaast heb ik me wel geërgerd aan de rommelige (of eigenlijk ontbreken van structuur) in de eerste colleges cultuurgeschiedenis. Door ziekte of afwezigheid van docenten werden de eerste colleges in een te grote groep gegeven. Dit was onrustig en kwam naar mijn mening niet ten goede aan de stof.
Reflectieverslag
Het ontwikkelen, ontwerpen en uitvoeren van CKV lessen.
Wij hebben contact gezocht met een doelgroep die dicht bij ons werkveld ligt. We dagen onszelf hierbij uit verdieping te zoeken binnen het onderwerp. Toch wilden we voorkomen dat het een 'leuke en gezellige' activiteit zou worden, doordat de leerlingen bijvoorbeeld een gelijksoortig niveau, leeftijd en belevingswereld zouden hebben. Ik denk dat we in deze doelstellingen geslaagd zijn met de doelgroep eerstejaars studenten van de artiestopleiding musical van het Deltion College. Ze kennen in grote lijnen het werkveld van drama, waardoor wij handig in kunnen spelen met extra input. Deze extra input (van discipline muziek en beeldend) vormen samen met de toegevoegde diepgang in de discipline drama een goed recept voor een interdisciplinaire opdracht; de cultuurroute.
We hebben ons, dankzij deze doelgroep-keuze, extra kunnen richten op didactische vaardigheden. Zo hebben we bijvoorbeeld bewust, en niet zonder risico gekozen voor, tamelijk droge en theoretische, input. De doelgroep zit hier in eerste instantie niet op te wachten, maar we vonden het voor het praktische deel van de opdracht van groot belang dat de leerlingen enige theoretische kennis van ons meekregen.
Ik vind dat ik (en mijn groepsgenoten) hierin goed geslaagd zijn. De leerlingen hingen (boven verwachting van hun eigen docent) aan m'n lippen; ze volgden het hele college vol interesse en concentratie.
Het ontwikkelen, ontwerpen en uitvoeren van interdisciplinaire projecten (binnen- en buitenschools)
In ons geval betreft de cultuurroute een binnenschoolse activiteit. Althans voor ons ArtEZ studenten. Voor onze doelgroep (Deltion-studenten) was het een buitenschoolse activiteit, omdat het op de academie plaatsvond.
Om de nadruk te leggen op het interdisciplinaire karakter hebben we elke discipline (behalve dans; is overlegd met coaches) afzonderlijk benaderd en geïntroduceerd, om de deelnemers er vervolgens zelf een interdisciplinair geheel van te laten maken.
We hebben hier heel bewust voor gekozen, juist omdat onze doelgroep zelf uit het werkveld van de discipline drama komt. Het eindproduct (een korte scéne opvoeren) hebben we daarom aan laten sluiten bij hun eigen vakgebied. De disciplines muziek en beeldend hebben we hier als het ware omheen gebouwd. Op deze manier ben je dus heel bewust bezig elke discipline te integreren in het eindproduct en sluit het naadloos aan bij hun eigen werkveld en belevingswereld.
Mijn eigen rol binnen dit interdisciplinaire karakter komt naar voren door als coach te fungeren binnen de verschillende disciplines. Mijn specialisme ligt niet bij muziek, maar ik kan (door improvisatie, inspiratie en creativiteit) wel een waardeoordeel koppelen aan de toepasbaarheid van de muziek in de eindpresentatie. Datzelfde geld ook voor de faculteit drama. Met andere woorden: ik ben creatief genoeg om te bepalen of de drie disciplines goed op elkaar inspelen en of het één het ander aanvult, versterkt of juist verzwakt omdat het niet binnen die context past.
In de evaluaties van de verschillende eindproducten (korte scénes door studenten) kwam dit 'interfaculdenken' weer naar voren. Ik denk dat ik (dankzij de vooropgestelde criteria) wel tevreden ben over mijn eigen evaluatie. Ik heb de scene zo objectief mogelijk proberen te evalueren, omdat ik vind dat persoonlijke voorkeur en dus smaak buiten beschouwing moet blijven. Criteria als: 'Is er een spanningsboog aanwezig', of zijn de drie disciplines verweven in de scene', zijn objectief en helpen bij het evalueren en beoordelen van de scéne.
Het uitvoeren van lessen kunst (algemeen)
Bij het reflecteren van deze beroepstaak gebruik ik het theoretische deel van onze cultuurroute; het 'college' over de 17e eeuwse burgercultuur als uitgangspunt.
Op de weblog beschrijven we de vorm van de theoretische input als volgt:
We hebben dit 'passieve' deel ingekort tot een klein uurtje theorie.
Dit college hebben we vervolgens opgesplitst in:
- Een algemeen deel (a.h.v. Reader Interfaculteit)
over Cultuurhistorische plaatsbepaling en Religie en levensbeschouwing (mentaliteit)
- Een beeldend deel (a.h.v. de speciaalstudie)
over de geschiedenis van de spotprent (m.b.t. 17e eeuwse burgercultuur; kunst en vermaak)
- Een theater deel (a.h.v. de speciaalstudie)
over de geschiedenis van de klucht (m.b.t. 17e eeuwse burgercultuur; kunst en vermaak)
- Een muziek deel (a.h.v. De speciaalstudie)
over de 17e eeuwse muziekgeschiedenis als vermakelijk tijdsverdrijf (huiskamerconcert e.d.)
We stelden onszelf hierbij (in beginsel) ten doel de input 'spectaculair, interessant en vol overgave te presenteren. Dit is naar mijn idee niet helemaal uit de verf gekomen. De belangrijkste reden hiervoor is de eerdergenoemde organisatorische tegenvaller. Desalniettemin is in de evaluatie met de deelnemende leerlingen gebleken dat ze (ondanks de lange duur) het college als bijzonder interessant ervaart hebben.
Hieruit mogen we concluderen dat we geslaagd zijn in het interessant en passievol overbrengen van de theorie.
Wat mijn eigen (beeldende) deel betreft, heb ik dit opgelost door zo veel mogelijk beeldmateriaal, en zo weinig mogelijk droge tekst te laten zien. De MBO artiest-opleiding musical is, net als de onze, een creatieve studie. Dit betekent dat ik ze met een beeld veel meer kan prikkelen dan een tekst. De meeste van 'ons soort' zijn immers beelddenkers.
De samenwerking binnen onze sub-groep liep, wat voorbereiding betreft vrij soepel.
Ieder was op de hoogte van zijn eigen deel, en (dankzij de speciaalstudie) bleef er een onderlinge samenhang tussen de theorie van de verschillende disciplines. De overkoepelende invalshoek 'kunst en vermaak' was in alle disciplines aanwezig.
Het algemene deel hebben we in drieën gesplitst.
Na overleg met de coaches besloten we de discipline dans te laten vervallen, omdat Myrthe helaas afgehaakt is halverwege de interfaculteit.
Wij hebben contact gezocht met een doelgroep die dicht bij ons werkveld ligt. We dagen onszelf hierbij uit verdieping te zoeken binnen het onderwerp. Toch wilden we voorkomen dat het een 'leuke en gezellige' activiteit zou worden, doordat de leerlingen bijvoorbeeld een gelijksoortig niveau, leeftijd en belevingswereld zouden hebben. Ik denk dat we in deze doelstellingen geslaagd zijn met de doelgroep eerstejaars studenten van de artiestopleiding musical van het Deltion College. Ze kennen in grote lijnen het werkveld van drama, waardoor wij handig in kunnen spelen met extra input. Deze extra input (van discipline muziek en beeldend) vormen samen met de toegevoegde diepgang in de discipline drama een goed recept voor een interdisciplinaire opdracht; de cultuurroute.
We hebben ons, dankzij deze doelgroep-keuze, extra kunnen richten op didactische vaardigheden. Zo hebben we bijvoorbeeld bewust, en niet zonder risico gekozen voor, tamelijk droge en theoretische, input. De doelgroep zit hier in eerste instantie niet op te wachten, maar we vonden het voor het praktische deel van de opdracht van groot belang dat de leerlingen enige theoretische kennis van ons meekregen.
Ik vind dat ik (en mijn groepsgenoten) hierin goed geslaagd zijn. De leerlingen hingen (boven verwachting van hun eigen docent) aan m'n lippen; ze volgden het hele college vol interesse en concentratie.
Het ontwikkelen, ontwerpen en uitvoeren van interdisciplinaire projecten (binnen- en buitenschools)
In ons geval betreft de cultuurroute een binnenschoolse activiteit. Althans voor ons ArtEZ studenten. Voor onze doelgroep (Deltion-studenten) was het een buitenschoolse activiteit, omdat het op de academie plaatsvond.
Om de nadruk te leggen op het interdisciplinaire karakter hebben we elke discipline (behalve dans; is overlegd met coaches) afzonderlijk benaderd en geïntroduceerd, om de deelnemers er vervolgens zelf een interdisciplinair geheel van te laten maken.
We hebben hier heel bewust voor gekozen, juist omdat onze doelgroep zelf uit het werkveld van de discipline drama komt. Het eindproduct (een korte scéne opvoeren) hebben we daarom aan laten sluiten bij hun eigen vakgebied. De disciplines muziek en beeldend hebben we hier als het ware omheen gebouwd. Op deze manier ben je dus heel bewust bezig elke discipline te integreren in het eindproduct en sluit het naadloos aan bij hun eigen werkveld en belevingswereld.
Mijn eigen rol binnen dit interdisciplinaire karakter komt naar voren door als coach te fungeren binnen de verschillende disciplines. Mijn specialisme ligt niet bij muziek, maar ik kan (door improvisatie, inspiratie en creativiteit) wel een waardeoordeel koppelen aan de toepasbaarheid van de muziek in de eindpresentatie. Datzelfde geld ook voor de faculteit drama. Met andere woorden: ik ben creatief genoeg om te bepalen of de drie disciplines goed op elkaar inspelen en of het één het ander aanvult, versterkt of juist verzwakt omdat het niet binnen die context past.
In de evaluaties van de verschillende eindproducten (korte scénes door studenten) kwam dit 'interfaculdenken' weer naar voren. Ik denk dat ik (dankzij de vooropgestelde criteria) wel tevreden ben over mijn eigen evaluatie. Ik heb de scene zo objectief mogelijk proberen te evalueren, omdat ik vind dat persoonlijke voorkeur en dus smaak buiten beschouwing moet blijven. Criteria als: 'Is er een spanningsboog aanwezig', of zijn de drie disciplines verweven in de scene', zijn objectief en helpen bij het evalueren en beoordelen van de scéne.
Het uitvoeren van lessen kunst (algemeen)
Bij het reflecteren van deze beroepstaak gebruik ik het theoretische deel van onze cultuurroute; het 'college' over de 17e eeuwse burgercultuur als uitgangspunt.
Op de weblog beschrijven we de vorm van de theoretische input als volgt:
"De informatie over kunst en cultuur in Zwolle in de 17e eeuw, krijgen ze in dit geval allemaal door ons voorgeschoteld in een presentatie in het ochtendprogramma. Dit ochtendprogramma is nog passief (maar wel spectaculair en interessant natuurlijk, vol overgave door ons gepresenteerd!) waarbij de deelnemers alleen maar onze gegeven informatie opnemen."Uiteindelijk is dit plan wat bijgesteld, omdat het organisatorisch helaas niet realiseerbaar was.
We hebben dit 'passieve' deel ingekort tot een klein uurtje theorie.
Dit college hebben we vervolgens opgesplitst in:
- Een algemeen deel (a.h.v. Reader Interfaculteit)
over Cultuurhistorische plaatsbepaling en Religie en levensbeschouwing (mentaliteit)
- Een beeldend deel (a.h.v. de speciaalstudie)
over de geschiedenis van de spotprent (m.b.t. 17e eeuwse burgercultuur; kunst en vermaak)
- Een theater deel (a.h.v. de speciaalstudie)
over de geschiedenis van de klucht (m.b.t. 17e eeuwse burgercultuur; kunst en vermaak)
- Een muziek deel (a.h.v. De speciaalstudie)
over de 17e eeuwse muziekgeschiedenis als vermakelijk tijdsverdrijf (huiskamerconcert e.d.)
We stelden onszelf hierbij (in beginsel) ten doel de input 'spectaculair, interessant en vol overgave te presenteren. Dit is naar mijn idee niet helemaal uit de verf gekomen. De belangrijkste reden hiervoor is de eerdergenoemde organisatorische tegenvaller. Desalniettemin is in de evaluatie met de deelnemende leerlingen gebleken dat ze (ondanks de lange duur) het college als bijzonder interessant ervaart hebben.
Hieruit mogen we concluderen dat we geslaagd zijn in het interessant en passievol overbrengen van de theorie.
Wat mijn eigen (beeldende) deel betreft, heb ik dit opgelost door zo veel mogelijk beeldmateriaal, en zo weinig mogelijk droge tekst te laten zien. De MBO artiest-opleiding musical is, net als de onze, een creatieve studie. Dit betekent dat ik ze met een beeld veel meer kan prikkelen dan een tekst. De meeste van 'ons soort' zijn immers beelddenkers.
De samenwerking binnen onze sub-groep liep, wat voorbereiding betreft vrij soepel.
Ieder was op de hoogte van zijn eigen deel, en (dankzij de speciaalstudie) bleef er een onderlinge samenhang tussen de theorie van de verschillende disciplines. De overkoepelende invalshoek 'kunst en vermaak' was in alle disciplines aanwezig.
Het algemene deel hebben we in drieën gesplitst.
Na overleg met de coaches besloten we de discipline dans te laten vervallen, omdat Myrthe helaas afgehaakt is halverwege de interfaculteit.
Abonneren op:
Posts (Atom)